zondag 14 februari 2016

Iedereen kent elkaar

We zijn al een tijdje onderweg en de omgeving is indrukwekkend mooi. Steile rotswanden en enorme berghellingen flankeren de route en even later zien we een betonnen tunneltje voor ons. We zijn dan net een kloof gepasseerd en het tunneltje doet wat eigenaardig aan. Je kan er namelijk gewoon langs rijden en de tunnel gaat niet door een berghelling. Waar is 'ie dan voor bedoeld? Nou dat is snel verteld: Regelmatig storten grote sneeuwlawines naar beneden het dal in om uiteindelijk op de weg terecht te komen. Aangezien het de enige weg is die naar onze bestemming leidt houdt dat automatisch in dat die bestemming vanaf dat moment dan onbereikbaar is. Het tunneltje biedt dan uitkomst. De lawine ligt op de betonnen constructie en je kunt dus onder de sneeuwhoop door rijden om even later je weg te vervolgen. Ik zeg; geniaal! (hier kom ik later op terug).
Zoals gezegd rijden wij langs de tunnel en vervolgen onze weg. Enkele minuten later zijn we er .. in Foce. Hier houdt de weg op en parkeren we de auto. Het dorp oogt verlaten en we lopen een stukje zuidwaarts om even later de herberg cq berghut in te lopen om een kop cappuccino te drinken. Rob en de uitbater van de herberg kennen elkaar en raken in gesprek. Hoe zit dat nou precies met Foce? Wie wonen hier? Hoeveel mensen wonen hier en van wie zijn al die huisjes waarvan de luiken altijd dicht lijken te zijn? Veel vragen waar een antwoord op volgt.
Jaren en jaren geleden toen er nog geen infrastructuur was bereikten mensen te voet deze afgelegen plek en zagen mogelijkheden om hier in hun onderhoud te kunnen voorzien. Dat onderhoud bestond toen uit grootschalige houtkap en het hoeden van schaapskuddes. Het hout werd verkocht en de schapenkaas droeg eveneens bij als middel van bestaan. Foce was een feit en het aantal bewoners groeide uit tot enkele tientallen. Toen de houtkap een halt werd toegeroepen en er slechts ruimte was voor een paar herders met hun kuddes verlieten de meeste mensen de nederzetting en raakte Foce vrijwel onbewoond. Ik zeg 'vrijwel' want een aantal mensen is blijven 'hangen'. Vandaag de dag wonen er nog precies 5 mensen in dit dorpje en de gemiddelde leeftijd van de bewoners is 80 jaar. De rest van de huisjes behoort inmiddels aan stadsmensen (Rome) die hier naartoe komen om er hun vakantie door te brengen of om enkele dagen in de bergen te kunnen zijn.
Foce ligt nogal afgelegen, dat moge duidelijk zijn maar het is een prachtige locatie. Monte Argentella, Pizzo Diavolo en de Monte Vettore domineren het dal voor ons en de meest voor de hand liggende route naar Lago di Pilato begint hier. Ben je deze zomer in Le Marche en wil je wat van het Nationaal Park Monti Sibillini zien rij dan eens naar Foce en kom onder de indruk van dit fantastische gebied.
Nog even terugkomend op dat tunneltje. In de winter van 2014/2015 ging het goed mis. De enorme sneeuwval veroorzaakte drie grote lawines en die zorgden voor enorme schade op de beboste berghellingen en blokkeerden de toegangsweg naar Foce zowel voor als achter het tunneltje. De 5 bewoners en 4 toeristen in het dorp werden er met een helikopter uit gehaald. Een mooie anekdote is dat één van de 5 dorpsbewoners na de evacuatie en tijdens zijn verblijf in Ascoli Piceno acuut ziek werd. De man kreeg de griep terwijl hij in zijn hele leven nog niet eerder ziek was geweest. Hij was dan ook blij om later terug te kunnen keren naar zijn dorp en is van plan er niet weer vandaan te gaan.

Foce; uitgangspunt voor de mooiste bergwandelingen





zaterdag 4 oktober 2014

il Centenario; lange, zware maar oh zo mooie tocht in de Abruzzen

Corno Grande, 2912 meter, in de ochtendzon
Samen met Andrea, Gino en Marco had ik er al eens over gesproken. Over "il Centenario", een zeer zware tocht vol met mooie klimpassages in het Gran Sasso gebergte. Uiteindelijk prikten we de datum en op zondag 21 september was het dan zover. De avond van tevoren reden we naar Albergo Campo Imperatore, een hotel aan de voet van de Corno Grande op 2100 meter hoogte om daar te overnachten. Een bizar lelijk gebouw waar tijdens de oorlogsjaren Mussolini nog gevangen heeft gezeten.
Toen we die avond aanschoven voor het diner bleek dat er een concert gepland was in de grote zaal en wij kregen er gratis kaartje voor. Jennifer Batten, de ex-gitariste van Michael Jackson beklom het podium en vertoonde haar kunsten. Wij waren niet onder de indruk en dropen al snel af. Op tijd naar bed want we moesten vroeg op de volgende ochtend.
De wekker liep af om 05.00 uur, we aten wat en om zes uur hesen we de rugzakken om de schouders; we waren op weg! De aanloop is redelijk gemakkelijk en zo'n 30 - 40 minuten na de start stonden we op de kam en de zon zette het rotsmassief van de Corno Grande in een gouden gloed. Voor ons strekte het gebergte zich uit en het was duidelijk dat het zwaar zou worden. De route slingert zich dwars door het ruwe kalkgesteente en het zou nog ruim 11 uren duren voordat we het eindpunt bereiken. Op de kam liepen we in oostelijke richting om na enkele bergtoppen de eerste hindernis te zien opdoemen. Scherpe rotspunten en diepe insnijdingen in het gesteente moesten worden overbrugt. De klimgordel werd voorzien van onze "Klettersteigset", de handschoenen trokken we aan en het klimmen kon beginnen. Prachtige passages van gemiddeld niveau wisselden zich af met kleine smalle paadjes van waaraf het uitzicht adembenemend was. Op enkele momenten was het lastig; de route was moeilijk te zien en er werd regelmatig overlegd hoe we verder moesten. Na een beetje zoeken en speuren zagen we de markeringen weer en konden we verder. Het klimmen nam toe, de passages werden steiler en de "funfactor" was flink aanwezig. Gelukkig beschikken we over flink wat ervaring en heeft geen van ons last van hoogtevrees want het is er niet altijd even makkelijk. Op zo'n driekwart van de route beginnen we de benen te voelen en slaat de vermoeidheid toe. We hebben er dan al zo'n 15 kilometer opzitten en de nodige hoogtemeters gemaakt. We pauzeren eventjes en eten en drinken wat. Voor ons ligt nog de beklimming van de Monte Camicia en het is duidelijk dat we er nog lang niet zijn. Een lange, zware en vermoeiende klim door ruig terrein volgt en de afdaling is zo mogelijk nog inspannender. De voeten doen zeer, de benen zijn vermoeid en het concentreren wordt belangrijker. Hier wil je niet vallen! Wanneer we uiteindelijk tegen 17.30 uur het terrein oplopen bij de hut zijn we blij dat het erop zit. We laten ons het biertje goed smaken en springen dan in de auto van Andrea om terug te rijden naar het startpunt waar de andere auto staat. Het was een prachtige tocht en wil je een indruk krijgen bekijk dan eens deze video. Wie weet kunnen we volgend jaar samen.............


              Mooie klimpassages op       kalksteen!


v.l.n.r.   Andrea, Marco, Rob, Gino

woensdag 14 mei 2014

10 jaar actief in de bergen van het Nationaal Park Monti Sibillini.



Dit blogbericht gaat over de ontwikkeling van onze activiteiten in, met name, het Nationaal Park Monti Sibillini. De eerste schreden zetten wij er al in 2003 tijdens een paar zogenaamde “verkenningstochten” en inmiddels beschouwen wij de nabijgelegen bergwereld als onze achtertuin waarin wij de gasten van Agricamp Picobello graag een blik gunnen. Het is ook niet voor niks dat onze accommodatie de naam heeft gekregen: Agricamp Picobello – camping, B & B en Outdoor.
Outdoor
is een belangrijk onderdeel geworden van ons bedrijf en om daar extra de nadruk op te leggen worden de outdooractiviteiten georganiseerd onder de noemer “Picobello Trekking+”, waarbij de “plus” staat voor het feit dat er meer wordt georganiseerd dan tochten door de bergen. Denk daarbij aan kliminstructies op de eigen klimwand, rotsklimmen en winterarrangementen.
Afijn, nog even terug naar het jaar 2003. Zoals gezegd liepen we toen een paar tochten door de bergen en waren behoorlijk onder de indruk van de omgeving. In de zomer van 2004 openden wij onze kleine camping en meerdere gasten stelden de vraag of er wellicht een begeleide bergtocht georganiseerd kon worden. De paden in het park waren toen nog slecht en vaak helemaal niet gemarkeerd, de wandelkaart liet te wensen over en de onbekendheid van het gebied rechtvaardigde de vraag. Zelf hadden we in die tijd natuurlijk ook nog niet veel ervaring in het Park en om aan de vraag tegemoet te komen begeleidde Rob in die tijd twee tochten welke wij samen eerder hadden gelopen. Zo gingen we naar Lago di Pilato of naar de top van de 2476 meter hoge Monte Vettore.
Gezien het enthousiasme van de deelnemers en niet in het minst van onszelf was het al snel duidelijk dat er in een behoefte werd voorzien. Direct na dat eerste seizoen trokken we er dan ook veel op uit de bergen in om nieuwe tochten te ontdekken, te beschrijven en op te nemen in de lijst van begeleide bergexcursies. De lijst werd langer en langer, er werd meer en meer gelopen en het aanbieden van deze tochten was al snel iets waar vakantiegangers door werden aangetrokken. Er drong zich tegelijkertijd een ander feit op. 
Als organisator en begeleider van dergelijke activiteiten is men eveneens verantwoordelijk voor het verloop daarvan en kan men aansprakelijk worden gesteld in het geval van calamiteiten. Het lopen van bergtochten valt onder de zogenaamde “risicosporten” en een ongelukje kan maar zo voorkomen. Een kleine blessure zoals een verzwikte enkel of een ontvelde knie is nog wel te overzien maar zodra het ernstiger wordt kunnen kan zoiets een serieus vervolg krijgen. Het is in ieder geval iets waar wij veel over na hebben gedacht. Uiteindelijk concludeerden we dat we het professioneler aan moesten pakken en meldde Rob zich bij een instantie om de activiteiten verzekerd onder te kunnen brengen. Op basis van zijn zeer grote ervaring in de bergen en het invullen van een uitvoerig risicomanagementsysteem werd goedkeuring verleend om volledig verzekerd door te kunnen gaan met het organiseren van de bergexcursies.
Inmiddels is het 2014 en staan we aan het begin van ons 11e seizoen. Uiteraard gaan we weer veel de bergen in om te genieten van het prachtige Nationaal Park. De lijst met te lopen tochten is langer en langer geworden en we kunnen kiezen uit tochten van uiteenlopend kaliber. Opvallend is dat de bergsportvereniging (de CAI) de laatste tijd meer aandacht besteed aan onderhoud van bergpaden, er op meerde plaatsen markeringen worden aangebracht en dat ook de wandelkaart beter van kwaliteit is geworden. Agricamp Picobello zat op dat vlak ook niet stil en bracht in eigen beheer een wandelgidsje uit met 14 beschreven tochten. Daarvan werden er in het eerste jaar van publicatie al zo’n 100 verkocht wat maar weer eens duidelijk maakte dat de Monti Sibillini in de belangstelling staat van de bergliefhebber.
Wij zelf blijven ons inspannen om nieuwe tochten te beschrijven, bijzondere plekken te ontdekken en onze kennis van het gebied uit te breiden. Om het Park nog beter onder de aandacht te brengen bij mensen die er nog niet bekend mee zijn hebben we een beknopte powerpoint presentatie ontwikkeld. Tijdens een gezamenlijke maaltijd in een lokaal restaurant laten we graag een paar mooie beelden zien van het berggebied, vertellen we er wat over en proberen we ons enthousiasme over te brengen.
Outdoor is, zoals eerder gezegd, een vaste component van Agricamp Picobello en staat voor kwaliteit en veiligheid. Rob heeft zijn licentie als klimbegeider inmiddels al een paar jaar “op zak” en is gekwalificeerd als “outdoor instructeur” medium risk met betrekking tot de georganiseerde activiteiten. Om de licentie als kliminstructeur te behouden wordt zijn vakkennis elke drie jaar getoetst voordat een verlenging van de licentie wordt afgegeven. Een goede zaak om risico’s binnen de bergsport beheersbaar en beperkt te houden.
Met al ruim 10 jaar ervaring als accommodatie in combinatie met outdooractiviteiten in het zuiden van Le Marche is Agricamp Picobello het vertrouwde adres geworden om een onvergetelijke vakantie door de brengen in Italië; u bepaalt zelf hoe sportief die wordt!


p.s. voor alle uitgebreide info over onze outdooractiviteiten zie: Picobello Trekking+

zondag 19 januari 2014

Dorpstraditie in Montelparo



Vis, vis, vis en nog eens vis..............................maar wel lekker!
Nou barst Italie van de tradities, dat is niks nieuws. Ook Montelparo, het stadje waartoe wij behoren houdt al jaren een oude traditie in ere. We gaan even terug in de tijd. Rond het jaar 1700 had Montelparo te maken met een groot probleem. Slechte weersomstandigheden in combinatie met een niet al te stevige bodemgesteldheid zorgde ervoor dat het stadje verzakte. Grote aardverschuivingen deden Montelparo letterlijk naar beneden glijden. De heuvel waarop Montelparo was gesitueerd was niet sterk genoeg en langzaam maar zeker dreigde de oude gemeenschap ten onder te gaan.
Dat kon zomaar niet dachten velen en de schouders werden er onder gezet. Met hulp van ontelbare vrijwilligers uit de omgeving werd er met man en macht gewerkt om te redden wat er te redden viel. Afijn, om een lang verhaal kort te maken; Montelparo is gered en bestaat nog steeds. Wat heeft dat met vis te maken vraag je je af? Nou, toen Montelparo weer op " haar poten" stond en er weer een tijdje tegen kon was het tijd om de redders in nood te bedanken voor dat wat zij gedaan hadden om het bestaan van het stadje te waarborgen. In die tijd was er weinig geld en waren er weinig middelen om die dank tot uitdrukking te brengen dus werden de " helden van toen" verrast met een uitgebreide maaltijd welke voornamelijk samengesteld was uit vis, droge vis. Kabeljauw en stokvis was het voedsel voor " the poor people"  of de werkende klasse en meer had men niet te bieden. Dus in januari, een slordige 300 jaar geleden, zat men gezamenlijk aan tafel en vierde het voortbestaan van Montelparo.
We praten dus met recht over een belangrijke geschiedenis en een traditie welke tijden terug gaat. Vandaag de dag wordt dit nog steeds gevierd en komen mensen van heinde en verre om het feest " la sagra della baccala"  te vieren. Zo' n 7000 porties kabeljauw worden er gegeten op vrijdag, zaterdag en zondag. Met  z'n allen wordt herdacht wat er toen gebeurd is en samen eten we en toasten we op het voortbestaan van Montelparo...........................nog vele jaren te gaan! Als ingezetene van Montelparo is het een " must" om het bij te wonen en een mooie manier om het weekend luister bij te zetten!
iedere inwoner van Montelparo hoort er gewoon bij te zijn
Zoals elk jaar zorgt " de staf"  ervoor dat het tot in de puntjes geregeld is!


vrijdag 22 november 2013

Agricamp Picobello "Goes Green"

Het idee ontstond al een tijdje geleden en afgelopen zomer werd het een plan. Overal waar stopcontacten zijn op de camping, zoals in het sanitairgebouw en in de verblijfsruimte, waren mobiele telefoons, camera's en tablets ingeplugd om de apparaten weer van voldoende energie te voorzien. Op zich prima natuurlijk ware het niet dat op een gegeven moment zelfs het stopcontact van ons koffiezetapparaat bezet bleek te zijn.
Nou zijn we in feite een kleine camping zonder elektriciteit maar we bieden wel het gebruik van koelkasten aan en zoals gezegd zijn er hier en daar stopcontacten zodat je niet helemaal zonder stroom zit. Om het
één en ander beter te organiseren, de service te verhogen en tegelijk milieuvriendelijk te kunnen zijn is het plan inmiddels omgezet in daden.
Voor de entree van ons sanitairgebouw is een prachtig afdak gebouwd. Robuuste palen en liggers dragen een dak van zo'n 4 x 3 meter wat op het zuiden gericht is.
Op dit dak wordt binnenkort een zonnepaneel gemonteerd wat de nodige energie gaat opwekken; gratis en voor niets zullen we maar zeggen. De, door het zonnepaneel, geleverde stroom gaat via een laadregelaar naar een grote, zware en speciaal voor dit doel geschikte accu. Let op, we zijn er bijna! Vanuit de accu komt 12 Volt spanning en deze wordt via een omvormer getransformeerd naar
220 / 230 Volt. Dan is het nog een kwestie van stopcontacten met de omvormer te verbinden en voila; er kan opgeladen worden.
Er zullen zo'n 12 - 15 stopcontacten centraal in een kast worden gemonteerd zodat er voldoende apparaten tegelijk kunnen worden opgeladen. Het systeem is zodanig berekend dat het op die manier moet kunnen functioneren. De kast met inhoud komt dan weer onder het nieuwe afdak te hangen. Op deze manier kan iedereen zijn of haar mobiele apparatuur opladen in ons "Green Point", is alles mooi overzichtelijk en zijn we ook nog eens goed bezig! We houden je op de hoogte.

de technische componenten

vrijdag 26 april 2013

De enige zekerheid in het leven...............

De filosofische lading van de titel van dit bericht zou wenkbrauwen kunnen doen fronsen. Maak u zich niet ongerust; dit is een puur informatief verhaal waarin uitgelegd wordt dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen het begrafenisritueel in Italië en in Nederland. Let wel, ik praat over het Katholieke Italië hier op het platteland van Le Marche.
Met  betrekking tot het vertrek naar het hiernamaals zijn er volgens mij geen verschillen. Uiteindelijk gaan de ogen dicht en zijn we op weg. Op weg naar....................?
Daarna echter gaat het hier anders, heel anders. In de bijna 10 jaren dat we hier wonen hebben we het een aantal keren van dichtbij "mee mogen maken" en in het begin verbaasden wij ons zeer over de wijze waarop het proces tussen overlijden en begraven zich afspeelt. Laat ik beginnen bij het begin (of moet ik zeggen het einde?).
Het overlijden van een dierbare wordt kenbaar gemaakt aan de pastoor en de kerkklokken beginnen te luiden in een langzaam ritme om het nieuws te verspreiden. Meestal wordt je snel op de hoogte gebracht door je buren of andere buurtbewoners en als je nog niet weet om wie het gaat kan je altijd even bellen met de plaatselijke uitbater van de bar. Diegene is sowieso op de hoogte van al het nieuws dus hij of zij zal kunnen vertellen om wie het gaat. Er worden zogenaamde "manifestos" gedrukt. Een soort affiches op groot formaat waarop de gegevens van de overledene staan. Zo'n manifesto wordt op bepaalde plekken in en buiten het dorp op muren geplakt zodat passanten kunnen zien dat er iemand zich niet meer onder ons bevindt. Om je respect te betuigen kan je naar de plek gaan waar de gestorven persoon is opgebaard of je gaat naar de kerkdienst de volgende dag. Een advertentie in de krant of rouwkaartjes zijn niet aan de orde; er is geen tijd voor want binnen 24 uur (48 uur kan in uitzonderingsgevallen geregeld worden) is de begrafenis achter de rug.
Zodra namelijk de kerkdienst is gehouden vertrekt de stoet vanaf de kerk naar het kerkhof. Aldaar aangekomen staan we voor een cryptenmuur. Dit is een betonnen constructie met allemaal sparingen erin waar precies een doodskist in past. Zoals in NL men de kist in de grond laat zakken zo schuiven we hier de kist in een sparing in de muur, net als een laatje van een buffetkast zal ik maar zeggen. De kist zit erin en de metselaar gaat meteen aan de slag. Voor de ogen van het publiek toont hij zijn vakmanschap door met grote precisie het gat te sluiten. In een later stadium wordt het geheel nog netjes afgewerkt met een marmeren sluitsteen.
Zoals gezegd duurt alles niet veel langer dan 24 uur en gaat het gewone leven zijn gang weer. Anders? Jazeker; heel anders! Echter met evenveel zorg en respect en de doden worden niet vergeten.
Ook in Italië telt de dood als enige zekerheid in het leven; het afscheid nemen gaat echter anders.
Soms zijn er mensen die zo'n begraafplaats willen bezoeken. Dat kan, de poort staat altijd open en je bent vrij om naar binnen te gaan. Vaak zijn de cryptemuren prachtig onderhouden, branden er kaarsjes en zijn er verse bloemen gebracht. De familiegraven zijn meestal fraaie staaltjes van bouwkunst en prachtig afgewerkt in natuursteen.
Afijn, een ander verhaal dan gebruikelijk maar zeker informatief. De volgende keer weer iets met meer "beweging".

cryptemuur